Het onderzoeken van hinderlijk geluid op de werkvloer is van belang voor zowel de goed horende als de minder goed horende medewerker.
Afgelopen jaar was ik, dankzij een subsidieproject van ZonMW, betrokken bij het creëren van draagvlak bij werkgevers voor een gesprek over slechthorendheid en tinnitus op de werkvloer en advies over mogelijke veranderingen. Door hier aandacht aan te besteden, ontstaat begrip voor elkaar en zijn oplossingen gericht op het verminderen van chaotische geluiden en het bevorderen van onder andere concentratiewerkplekken.
Door het wegnemen van (voor)oordelen ontstaat meer begrip over slechthorendheid. Soms staat onwetendheid acceptatie van slechthorende collega’s in de weg. Creëer bewustwording over bijvoorbeeld hinderlijk geluid op de werkvloer, de (on)mogelijkheden van (hoor)hulpmiddelen en technische aanpassingen. Veel werkgevers hebben daarbij onnodig last van koudwatervrees, maar het is ook aan een werknemer zelf om de beperking bespreekbaar te maken. Evenals de vermoeidheid die ermee samengaat en de wijze waarop communicatie met collega’s het beste kan verlopen. Zo is het belangrijk om aan te geven dat het fijn is als de ander goed zichtbaar is. Mondbeeld en bewegingen ondersteunen het verstaan. Ook de betekenis van goed licht en heldere akoestiek moeten duidelijk zijn.
Eén van mijn stokpaardjes is praten over minder goed horen, in plaats van ‘slechthorendheid’. Als we ‘minder goed horen’ omarmen, dan maakt het niet meer uit hoevéél je minder goed hoort. Alles tussen een klein beetje en veel hoort erbij: daar kunnen we als maatschappij meer aandacht voor hebben. Daarnaast maak je een sterker onderscheid tussen doof en minder goed horen. Nu wordt dat regelmatig door elkaar heen gebruikt, met alle gevolgen (op gevoelswaarde) van dien. Het helpt in ieder geval niet om het meer geaccepteerd te laten zijn in onze maatschappij.
Een goede eyeopener is hinderlijk geluid. Zowel voor horenden als minder goed horenden is dit herkenbaar. Als werknemers zich moeten concentreren, doen ze dat namelijk het beste op een plek waar weinig tot geen hinderlijk geluid is: dat is voor horenden niet anders dan voor minder goed horenden. Hinderlijk geluid omschrijven we overigens als ‘lawaai in de werkomgeving dat stoort bij het uitvoeren van de werkzaamheden’ – het valt doorgaans niet in de categorie ‘schadelijk geluid’.
Hoe minder hinderlijk geluid, hoe beter de concentratie en communicatie, terwijl de kans op vermoeidheid, fouten en stress afneemt. Dit kan leiden tot een productiviteitstijging van 3% tot 9%.
Verbeter je de geluidsomgeving op het werk? Dan hebben álle werknemers – en uiteindelijk de werkgever – hier baat bij. Dat is bovendien aanleiding om het gesprek aan te gaan om ook op andere terreinen aanpassingen rond minder goed horen te verwezenlijken. Denk aan elkaar laten uitpraten, het beheersen van het stemgebruik en telefoneren in een aparte ruimte. De ervaring leert: hoe verder we komen in het proces, des te groter het enthousiasme wordt om samen te zoeken naar oplossingen waar iedereen wat aan heeft. Investeren in elkaar loont.