Er is altijd geluid. We worden erdoor omgeven en we vinden dat heel normaal. Tótdat we ons eraan storen. Dan is meestal het punt bereikt dat we zijn afgeleid met als gevolg dat we een activiteit minder geconcentreerd kunnen uitvoeren of zelfs moeten onderbreken. Op de werkvloer komt dit nadrukkelijk naar voren. Enerzijds zijn er activiteiten die met geluidproductie gepaard gaan, terwijl er anderzijds taken worden uitgevoerd waarbij een zekere mate van concentratie is vereist en waarbij verstoring uitvoering van taken belemmerd. Hierdoor wordt niet alleen het prestatieniveau aangetast, maar ook het welzijn en de gezondheid van werknemers. Voor geluid op de werkplek kent de Arbowet regels. Maar de vraag is of het probleem kan worden opgelost met de toepassing daarvan. Dit artikel laat zien dat er meer voor nodig is.
De Arbowet focust op de normstelling voor schadelijk geluid, boven 80 dB(A), waarbij gehoorbeschermende maatregelen verplicht zijn. Dat is van groot belang; immers wanneer een medewerker dagelijks meer dan 8 uur aan meer dan 80 dB(A) blootgesteld wordt, kan al gehoorschade ontstaan. De werkgever is verplicht om werknemers te beschermen tegen te hard geluid. Als dit niet of onvoldoende gebeurt en iemand gehoorschade oploopt, dan kan de werkgever aansprakelijk worden gesteld. Zo is in de bakkerijsector al eens een schadevergoeding toegekend. Een medewerker kreeg last van oorsuizen en duizeligheid, wat uiteindelijk zelfs tot volledige arbeidsongeschiktheid leidde. De kantonrechter stelde op grond van de stukken vast dat de klachten werden veroorzaakt door blootstelling aan lawaai op de werkplek, van onder andere machines en een hard alarm dat regelmatig afging. Wegens schending van de zorgplicht is de bakkerij aansprakelijk gesteld voor de schade die de werknemer daardoor heeft geleden (Uitspraak door de rechtbank van Den Haag op 3 februari 2016). Gezondheidsschade door blootstelling aan lawaai is overduidelijk. Toch?
Voor hinderlijk geluid op de arbeidsplaats zijn er alleen richtlijnen en normen (die overigens nog volop in ontwikkeling zijn). Een voorbeeld is de NVN 3438:1995 die streefwaarden geeft voor geluidniveaus in relatie tot verstoring van concentratie en communicatie (figuur 1). Een andere norm is de ISO-norm 9612 (NEN-ENISO 9612:2009), die 3 methodes beschrijft om de dagdosis te bepalen. Dit zijn de taakmethode, functiemethode en gehele dag-methode. In deze norm worden bij de beoordeling ook meetonzekerheden meegenomen.
Voorbeelden zijn onzekerheden die voortvloeien uit variatie in werkzaamheden en omstandigheden, incidentele geluiden zoals alarmen en afwijkend of onvoorspelbaar gedrag door personen. Dit is vaak niet op te vangen door de keuze van meetmethode. In de praktijk wordt er nauwelijks gemeten volgens de ISO 9612-norm. De norm stelt bijvoorbeeld dat onzekerheden voor een juiste beoordeling zoveel mogelijk voorkomen moeten worden. Maar geluidniveaus van werkzaamheden (bijvoorbeeld op de spoedeisende hulp in een ziekenhuis) kunnen van dag tot dag verschillen. Daarnaast spelen eigenschappen zoals galm en spraakverstaanbaarheid ook een belangrijke rol. Met andere woorden: richtlijnen voor het voorkomen dan wel beperken van geluidshinder op de werkvloer zijn nog onvoldoende uitgewerkt. Hinderlijk geluid wordt daarom nog regelmatig over het hoofd gezien als obstakel in ons dagelijks werkend leven.
Lawaai kan leiden tot hinder. Maar hebben we het allemaal over hetzelfde als we praten over ‘lawaai’? De definities van lawaai die beschreven worden in artikel 6.6 van het Arbeidsomstandigheden- besluit (Arbobesluit) zijn voor de professional misschien goed te begrijpen maar voor een leek abracadabra. In het dagelijks leven spreekt men over lawaai als men getier, een hard geluid, tumult, geschreeuw, geratel, geraas, gegil en een hoop bombarie bedoelt. Dat het hinderlijk is, is overduidelijk. Maar hoé dit precies klinkt en of dit boven de norm van 80 dB(A) ligt kan voor elke situatie en voor ieder mens weer anders zijn. Voor hinderlijk geluid op de werkvloer zijn richtlijnen en normen beschreven. Maar over het effect op gezondheid is nog nauwelijks iets te vinden.
Hinder en afleiding door geluid is subjectief. Wat voor de één hinderlijk is, kan voor de ander acceptabel zijn. Over het algemeen wordt geluid als hinderlijk ervaren als het niet past bij de activiteit die men wil of moet doen. Een goed voorbeeld is de koffiemachine. Degene die een koffie van versgemalen bonen wil, drukt op de knop en luistert naar het voorspelbare geluid van de machine in afwachting van de geur die snel zal volgen. Degene die in de buurt zit en geconcentreerd aan een taak werkt, zal het geluid ook waarnemen. Afhankelijk van eerder opgedane ervaringen ten tijde van het koffiemalen, kan het een waarneming blijven of mogelijk afleiding en/of irritatie als gevolg hebben. Het gaat dus bij hinderlijk geluid niet primair om gemeten geluidsniveaus, maar over de inhoud van het geluid en de verstorende werking hiervan. Hinderlijk geluid kan verschillende negatieve effecten hebben op de gezondheid en het welzijn van werknemers. Onderzoek heeft aangetoond dat lawaai een bekende stressfactor is, een bron van ergernis en vermoeidheid en beperkende communicatie [1]. Op de lange termijn kunnen spanningsklachten en surmenage/burn-out, slaapproblemen, cardiovasculaire- en psychofysiologische effecten en veranderingen in sociaal gedrag ontstaan.
Deze kennis is nog onvoldoende doorgedrongen binnen organisaties. Medewerkers zullen het niet of nauwelijks identificeren als een probleem, omdat vaak wordt gedacht dat geluid er gewoon bij hoort. Dit maakt het moeilijker voor mensen om de relatie tussen geluid en hun welzijn te begrijpen. Het vergroten van bewust- wording en erkenning van dit probleem is van cruciaal belang om effectieve maatregelen te kunnen nemen. Om hinderlijk geluid aan te kunnen pakken moet eerst bekend zijn waar het vandaan komt, hoe het zich verspreidt, en hoe het wordt waargenomen. Dit is niet altijd eenvoudig, omdat geluid vaak meerdere bronnen heeft, zich in verschillende richtingen beweegt, en door verschil in mensen weer anders ervaren wordt.
Een methode om dit zichtbaar te maken is de participatieve aanpak. Verschillende stakeholders bereiken met deze aanpak consensus over de belangrijkste knelpunten in het werk alsook de oplossingen om deze knelpunten aan te pakken. Een procesbegeleider waarborgt hierbij een gelijkwaardige en actieve inbreng van alle stakeholders.
Het lopend project ‘Hoe hoort het op de werkvloer’ is hier een goed voorbeeld van; het is in 2023 door vier partners gestart. Dit zijn: Hoormij·NVVS, NVAB (bedrijfsartsen), NVAB (audiciens) en Heart2Hear. Het project wordt gefinancierd door Instituut Gak. Het is een pilot om in te zoomen op praktijksituaties bij negen werkgevers in verschillende sectoren (figuur 2). Hierbij staan vragen zoals, Wat doet geluid op de werkplek? Hoe ervaren mensen dat? Hoe staat het met hun gehoor? En vooral ook, wat kunnen we aan hinderlijk geluid doen?
Wat opvalt bij de uitvoering van het project is de waardering die medewerkers geven aan hun vitaliteit en hun gehoor (figuur 3). De mensen die hun gehoor het rapportcijfer 1 of 2 geven, zijn meestal wel bekend bij collega’s en werkgever. Dat zijn mensen die gewoon minder goed horen. We staan versteld van de hoeveelheid mensen die zich een 5 of een 6 geven. Dit betekent dat het hen meer luisterinspanning kost om anderen goed te verstaan als de geluidsomgeving complex of chaotisch wordt.
En vaak waren de collega’s daar niet van op de hoogte. Door de verkregen anonieme uitkomsten te delen, kwam er meteen een goed gesprek op gang tijdens de workshops die onderdeel zijn van dit project.
In een organisatie gaven 16 mensen een “ja” aan op de vraag over het ervaren van tinnitus (zie figuur 4). Dit hoeft overigens niet altijd gepaard te gaan met gehoorverlies. Over het algemeen ontwikkelen mensen met tinnitus eerder vermoeidheidsklachten en concentratiestoornissen als gevolg van de luisterinspanning. En dan wordt het lastig(er) als de geluidsomgeving op het werk complex is door bijvoorbeeld een scala aan akoestische signalen van apparaten, telefoons inclusief de gesprekken van collega’s.
Om te valideren of er daadwerkelijk gehoorverlies is bij medewerkers, wordt er in het kader van dit project een gehoorscreening aangeboden op de werkvloer door audiciens. De medewerkers beslissen zelf of zij daar aan mee willen doen en de uitkomst inclusief advies wordt alleen met hen gedeeld.
In dit project wordt ook de werkplek in kaart gebracht, zoals de inrichting en de looproutes. In een workshop gaan de medewerkers aan de hand van een stappenplan aan de slag met de geluiden die aanwezig zijn op de werkvloer. En bedenken ze waarom deze geluiden onprettig zijn. Of misschien wel prettig. En welke ruimtes geschikt zijn voor het uitvoeren van een taak zoals overleg of geconcentreerd werken.
Tijdens de werkplekobservatie wordt er kortstondig geluid gemeten en in beeld gebracht met een geluidscamera (figuur 7 en 8).
Het doel hiervan is bewustwording te creëren over geluid en dat er áltijd geluid is. Deze meting is eenvoudig zodat medewerkers nieuwsgierig worden en met basale uitleg inzicht krijgen in de geluidsomgeving van hun werkplek. Kortom het is vooral beeldvormend.
Als dan blijkt, in een ziekenhuislaboratorium bijvoorbeeld, dat een apparaat midden in de ruimte een constant mechanisch geluid van 65 dB(A) voortbrengt en daar vlak bij allerlei overleg plaatsvindt, is het begrijpelijk dat mensen daar last van hebben. Terwijl de gang of overlegruimte vlakbij ligt en het daar veel makkelijker communiceren is. Dit is een mooi voorbeeld van een gezamenlijk inzicht en hoe werkafspraken maken over waar te overleggen, een oplossing is. Maar dat is het natuurlijk niet alleen.
Zo is de receptioniste bij een zorgcentrum een mooi voorbeeld. Ze moet een wandpaneel met allerlei geluidssignalen in de gaten houden, maar ook hoort ze een alarm dat continu afgaat zolang de buitendeur openstaat. Logisch voor de veiligheid en de zorg voor de bewoners, maar dit alles naast het “gewone werk” van ontvangst, telefoon aannemen, collega’s die voor haar balie staan te overleggen en wat dies meer zij, maakt de geluidsomgeving ongezond. “Het geluid is op zich niet hard, je wordt er wel moe van”, zo vertelde de receptioniste. De stapeling van geluid is frustrerend, zeker als er geconcentreerd gewerkt moet worden. Dan is het goed om ook naar technische oplossingen te kijken en betere werkafspraken te maken over waar overleggen plaatsvinden. Voorbeelden zijn: verzamelen met bewoners voor een wandeling in het restaurant in plaats van in de hal, de open balie deels afsluiten, apparaten met akoestische signalen zoals een printer verplaatsen en een onderzoek naar het visualiseren van signalen of alarmen.
Wat in ieder geval is vast te stellen, nu we halverwege het project zitten, is dat 52% van de werknemers in onze pilot aangeeft geregeld hinder te ervaren van geluid op de werkvloer en dat men aangeeft last te hebben van vermoeidheid en concentratieverlies. Als meer inspanning nodig is om de ander te verstaan, bouwt de stress zich op. En stress die lang aanhoudt wordt ongemerkt chronisch met alle gevolgen van dien. Een onderzoek in 2023 uitgevoerd onder welzijnswerkers laat de negatieve gevolgen van lawaai op psychologische veerkracht of mentaal welzijn zien. Daarnaast beschrijf het onderzoek een positieve correlatie tussen geluidsgevoeligheid en burn-out [2].
In hetzelfde jaar werd een onderzoek met vergelijkbare resultaten afgerond in het Jeroen Bosch ziekenhuis. Door Heart2Hear in opdracht van Hoormij·NVVS en gefinancierd door ZonMw (zie praktijkcasus).
Een voorbeeld van zo’n aanpak vond in het voorjaar van 2023 plaats in het Jeroen Bosch Ziekenhuis op vier afdelingen. Aansluitend ontvingen de teams een interactieve workshop. Hierdoor werden de mensen nauw betrokken bij de oplossingen die nodig zijn om hinderlijk geluid te reduceren op de werkvloer. In totaal namen ongeveer 172 werknemers deel aan het project, wat naar schatting overeenkomt met 72% van het totale aantal werknemers op de vier afdelingen
Opmerkelijk was dat bijna 70% van de deelnemers aangaf hinder te ondervinden van afleidend en storend geluid op de werkplek, met name veroorzaakt door gesprekken van collega’s, al of niet werkgerelateerd. Daarnaast werden de diverse geluiden door apparaten genoemd als stoorzender. Een andere uitkomst gaat over de teampost, de centrale plek waar onder andere de overdracht plaatsvindt. Ook hier ervaren de medewerkers hinderlijk geluid en geen wonder: printers, de koffieautomaat en de dweilmachine produceren nogal wat decibellen en dan zijn er ook nog eens zes deuren die regelmatig open en dicht gaan, bijvoorbeeld omdat collega’s zo de kortste weg nemen naar de voorraadkast. Meer dan 65% van de deelnemers benoemde mentale klachten zoals vermoeidheid, chagrijnigheid en stress als gevolg hiervan. Dit kunnen we ook duiden als PSA (psychosociale arbeidsbelasting). Een opvallende bevinding was dat ongeveer 8% van de medewerkers aangaf een verminderd gehoor te hebben, zonder dat dit bekend was. bij hun manager of collega’s.
Hinderlijk geluid – óók onder de 80 dB(A) kan leiden tot gezondheidsschade. Investeren in veilig en gezond werken betekent dus aandacht voor geluid. Van horen tot en met het reduceren van overbodig en hard geluid volgens de arbeidshygiënische strategie.
Wat overblijft is een rustig tot levendige omgeving waarin afspraken helder zijn en men kan benoemen wat er nodig is om vitaal te kunnen blijven werken. Heel inclusief eigenlijk, want het maakt hierbij niet uit of er sprake is van minder goed horen, tinnitus, gevoeligheid voor geluid of allerlei hinderlijke geluiden op de werkvloer. Iedereen heeft er baat bij.