In de kinderopvang is vaak veel lawaai. Kinderen praten, lachen, schreeuwen en huilen. Deze geluiden kunnen hinderlijk zijn en soms zelfs schadelijke piekniveaus bereiken. Judith Veen van Heart2Hear, één van de partners van Klankbord.nu, vertelt meer over het creëren van een gezonde geluidsomgeving voor kind en pedagogisch medewerker.
Judith: “Peuters hebben een korte concentratieboog. Dus als je uitgenodigd wordt om voor te lezen, dan vergt dat een goede voorbereiding. Peuters entertainen is bepaald geen sinecure, want hoe houd je de aandacht vast? Hoe zorg je dat ze vragen kunnen stellen? En in mijn geval, als minder goed horende, hoe zorg ik ervoor dat ik ze goed versta?
De kinderopvang biedt ruimte aan kinderen om te spelen en ontwikkelen in een vertrouwde en veilige omgeving. Ze verblijven in één van de volgende groepen; kinderdagverblijf, peuteropvang of buitenschoolse opvang. Een peutergroep bestaat over het algemeen uit 14 en soms 16 peuters. Een groep van het kinderdagverblijf varieert tussen 12 en 14 kinderen; dit is mede afhankelijk of er baby’s zijn. Zijn er drie groepen, dan kunnen er zo 40 kinderen aanwezig zijn die (buiten) spelen, liedjes leren, samen eten en in sommige gevallen slapen.
Er is weinig fantasie voor nodig om te begrijpen dat het niet altijd pais en vree is in de groep. Onenigheid of verdriet wordt over het algemeen ‘oorverdovend’ vertaald met schreeuwen of huilen. Deze geluiden hebben verschillende frequenties en wisselen sterk in volume. Begeleiding door pedagogisch medewerkers in het hanteren van emoties is essentieel. Het kind mag boos en verdrietig zijn, maar het hoeft bijvoorbeeld niet te schreeuwen.
De wetgeving over lawaai is vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In het Arbobesluit staan de regels waar zowel de werkgever als de werknemer zich aan moeten houden om de risico’s van eventuele gehoorschade tegen te gaan. Zo is er bijvoorbeeld een bovengrens van 80 dB vastgesteld voor schadelijk geluid. Maar deze wetten geven niet aan wat een goede geluidsomgeving dan wél is. Een prettige geluidsomgeving is namelijk meer dan het volume (decibel) of de frequentie (toonhoogte of Hertz) van geluiden.
Om de kinderopvang handvatten te bieden om voor kind en pedagogisch medewerker een goede of gezonde geluidsomgeving te creëren, dient er onderscheid te worden gemaakt tussen schadelijk geluid en hinderlijk geluid. Schadelijk geluid is meetbaar en redelijk snel vast te stellen door de preventiemedewerker. Hinderlijk geluid blijft vaak onderbelicht, terwijl het invloed heeft op een gezond leefklimaat. Het verdient aandacht in het pedagogische plan van de kinderopvangorganisatie en hoort onderdeel te zijn van de pedagogische visie. Dit gebeurt niet, omdat het management over het algemeen onvoldoende stil staat bij de effecten van hinderlijk geluid. Hierdoor heeft het geen tot weinig prioriteit bij een verbouwing of nieuwbouw van kinderopvanglocaties.
Als de akoestiek in een ruimte niet in orde is, wordt in sommige gevallen een ‘nagalm’ ervaren, ook wel waargenomen als een echo. Kinderen worden hier onrustig van met als resultaat dat ze in sommige gevallen nog harder praten of overprikkeld raken. Daarnaast moet de kinderopvang altijd voldoen aan het vier-ogen-beleid. Dit betekent dat verschoonruimtes zich in een open ruimte of tussenruimte bevinden. Als een kind bijvoorbeeld verdrietig is, wordt dit door de andere kinderen en medewerkers waargenomen. Ook het spelmateriaal zorgt vaak voor hinderlijk geluid. Het wordt met zorg gekozen met als uitgangspunt dat het goed en snel schoongemaakt kan worden. Hierdoor is het vaak hard materiaal en dit veroorzaakt – in combinatie met een harde vloer – regelmatig hinderlijk geluid. Eenvoudige oplossingen die al kunnen helpen, is het gebruik van (wasbare) vloerkleden met antislip. En kinderen kan je leren zachtjes te praten. Laat een kind naar je toekomen als het je iets wil vertellen.
Wat is de impact van hinderlijk geluid op de pedagogisch medewerker? We horen regelmatig klachten over vermoeidheid en de moeizame concentratie aan het eind van een werkdag. Dit kan uitmonden in spanningsklachten en slaapproblemen. Het is daarom raadzaam om stil te staan bij de spraakverstaanbaarheid op de groep. Metingen en interviews kunnen hierover duidelijkheid verschaffen. De impact van een ongezonde geluidsomgeving zien we terug in een verlaagde arbeidsproductiviteit en een hoog ziekteverzuim. Daarnaast is er een verhoogd risico op fouten. Dit effect is nog groter voor mensen met een verminderd gehoor, tinnitus of overgevoeligheid voor geluid.
Kinderopvangcentra die maatregelen treffen om hinderlijk geluid te reduceren, bieden hun werknemers een gezondere werkomgeving. Dit zal resulteren in minder verzuim. Voor bedrijfsartsen ligt hier een mooie kans om invulling te geven aan hun rol als adviseur op het gebied van preventie. Zo kunnen de artsen de gezondheid van werknemers bevorderen. En de kinderen? Die verdienen een fijne akoestische omgeving waar geluid geen hinderlijke rol speelt.”