Als ik vertel dat ik hoortoestellen draag, wordt er nogal eens gereageerd met ongeloof. Waar komt dit ongeloof vandaan, en waarom excuseren mensen zich als ik ze vertel dat ik slechthorend ben?
Zou het komen omdat er nauwelijks over slechthorendheid wordt gesproken op het werk, de sportvereniging of tijdens het uitgaan? De heersende beeldvorming over gehoorverlies is: afgeschreven, oud, beperkt, gehandicapt en grote, grijze gehoortoestellen achter het oor. Zou het komen door het woord ‘slecht’-horend? De emotionele betekenis van het woord ‘slecht’ zou weleens – onbewust – de last kunnen vergroten. Want iemand die minder goed hoort wil de ander niet tot last zijn, voelt zich vaak bezwaard om het nog eens na te vragen, of krijgt stress omdat hij doet alsof hij het goed verstaan heeft. Ik heb me wel eens afgevraagd of het zou helpen als we nu eens met elkaar afspreken om te praten over ‘minder goed horen’. Het doet er dan ook niet meer toe of je heel erg minder goed hoort of een beetje.
Of zou het komen omdat de ander die goed hoort, het pijnlijk en ongemakkelijk vindt, zo’n onzichtbare handicap? En ook hier meen ik dat de emotionele betekenis van het woord ‘handicap’ wel eens leidend zou kunnen zijn voor de reactie van de ander.
Mensen die slechthorend zijn, of liever gezegd, die minder goed horen zijn niet gehandicapt. Net zo min als dat ze zichzelf als patiënt zien. En ik geloof dat dit wel voor de grootste groep geldt van de 1,8 miljoen mensen die minder goed horen. Uiteraard zijn er mensen waarvoor dit niet geldt, bijvoorbeeld de groep die ondraaglijk last heeft van tinnitus (oorsuizen) waardoor ze hun kwaliteit van leven als slecht of onvoldoende beoordelen. Maar de overgrote meerderheid zal zich niet herkennen in patiënt of handicap. Om een beeld te krijgen hoe groot die groep is: 1 op de 8 volwassenen hoort minder goed. Dus denk maar eens na om hoeveel collega’s zou het gaan? En om hoeveel mede-sportievelingen gaat het in de fitnesszaal: ze zijn vaak te herkennen als diegenen die juist niet bij muziekboxen gaan staan, of juist langer in de spiegel kijken om te zien wat de instructeur bedoelt.
Gek eigenlijk, als je erover nadenkt dat mensen die brillen dragen hier totaal geen last van hebben. Sterker nog; de bril wordt vaak geassocieerd met intellect. En in sommige gevallen wordt het zelfs als een modeaccessoire gedragen. Dit is niet altijd zo geweest natuurlijk, en ik geloof zeker dat we met de hoortoestel ook die kant op gaan. Door de opkomst van de ‘Apple-oortjes’ is het al zo normaal geworden om iets in het oor te dragen dat het een kwestie van tijd is dat ‘de oortjes’ worden uitgerust met extra functionaliteiten. Overigens kan dat nu ook al. Voor de weifelende, minder goed horende lezer dus even een promo: hoortoestellen beschikken tegenwoordig óók over de mogelijkheid om audio te streamen via je mobiel, je kunt er handsfree mee bellen en met één tik op je hoortoestel sta je in directe verbinding met Siri.
En verder zou ik tegen al die mensen willen zeggen, die uit hun directe omgeving wel eens te horen krijgen ‘moet die TV nou écht zo hard?’: laat je gehoor gewoon eens testen. Je kunt beginnen door eerst thuis eens een testje te doen via internet. Zo is de oorcheck een aanrader. Het vergt moed, dat is absoluut waar. De schaamte kan je naar de keel vliegen, ik zal het niet ontkennen. En om naast je te staan terwijl je deze emoties doorleeft wil ik je aanraden het boek ‘Durf te leiden’ van Brené Brown te lezen. Ze schrijft onder andere bijzonder mooi en duidelijk over schaamteveerkracht. Dit is het vermogen om onszelf te blijven als we schaamte ervaren, de ervaring door te maken zonder onze waarden op te offeren en eruit te komen met meer moed, compassie en verbondenheid dan we daarvoor hadden.